Ecologisch beheer in het Frontenpark
Sinds juni 2019 is Maastricht een ruim twintig hectare groot stadspark rijker: het Frontenpark. Gelegen aan de randen van de historische binnenstad en het bruisende Sphinxkwartier is het Frontenpark een tegenhanger van het stadspark aan de zuidkant van het stadscentrum. Jaren van verwaarlozing hebben ervoor gezorgd dat natuur – met name in de Lage Fronten - vrij spel kreeg. Beheerder CNME (Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie) stimuleert door ecologisch beheer de natuurlijke processen en vergroot zo de biodiversiteit.
Natuur in een rijk verleden
Het Frontenpark is gevuld met restanten van historische vestingwerken en industriële geschiedenis. Vestingmuren, kazematten, maar ook oude rangeerterreinen en stukken rails met bielzen zijn met al hun kieren, groeven en gaten ideaal voor planten en dieren. In zowel de Hoge als Lage Fronten gedijen inheemse planten zoals (o.a.) knoopkruid, beemdkroon, wilde marjolein en de kleine pimpernel. Bevers en zwanen hebben zich genesteld in de Lage Fronten. Net als de muurhagedis, die uniek is voor Nederland. Maar ook andere diersoorten zoals hazelwormen, vleermuizen, ijsvogeltjes, vlinders en vossen voelen zich thuis in de ruwe en ruige omgeving van het Frontenpark.
Beheren met beleid
Het CNME maait en snoeit het Frontenpark met beleid. Dat betekent dat bloemen blijven staan totdat ze hun zaadjes hebben verspreid. Daarvoor zet het CNME waar mogelijk ook schapen in. Zaadjes blijven plakken in de schapenvacht en worden zo verder verspreid. Het resultaat is in de Hoge Fronten allang zichtbaar. In de Lage Fronten duurt dat nog even, want tijdens de uitvoeringsjaren van het nieuwe Noorderbrugtracé moest het onderhoud op een lager pitje worden gezet. Streven is om de biodiversiteit in de Lage Fronten in de komende jaren verder toe te laten nemen.
Struinen via olifantenpaadjes
Strak gebaande (wandel)paden passen niet bij het Frontenpark. Bezoekers struinen via olifantenpaadjes die in de zomermaanden omzoomd worden door bloeiende veldbloemen en venijnige distels. Bevers dragen op hun eigen manier een steentje bij aan onderhoud, maar blijven zo goed als onzichtbaar. Alleen hun kunstige knaagwerken tonen aan dat ze het Frontenpark als hun vaste stek zien. De zwanen die hun jongen in het Frontenpark grootbrengen zijn wél duidelijk aanwezig. Vader, moeder en jongen brengen hun tijd in de zomermaanden grotendeels door in het water, maar botsen van tijd tot tijd op/met wandelaars. Het hoort erbij in het Frontenpark. En als het aan het CNME ligt blijft dit zo: juist de ontmoetingen met wilde dieren maken de wandelingen door het Frontenpark een bijzondere ervaring.
Do’s en don‘ts
Ook in het ruwe en ruige Frontenpark gelden (een paar) regels. Die zijn vooral bedoeld om de aanwezige planten en dieren te beschermen en de huidige dynamiek te behouden. Zo mag er in het water van de Lage Fronten niet worden gehengeld en/of gezwommen. Via speciale borden worden wandelaars gewezen op de muurhagedissen die graag op de wandelpaden genieten van een zonnetje. Verder is het laaggelegen deel van de Hoge Fronten van maart tot november helemaal afgesloten. Jonge dieren krijgen zo de kans om rustig op te groeien. Honden zijn uiteraard van harte welkom, maar aangelijnd. En net als in elk ander natuurgebied is het wel zo fijn als bezoekers afval en hondenpoep opruimen. Helpt u mee?
Frontenpark in beeld
Dankzij onze fotografen Fred Berghmans en Jonathan Vos beschikken we over een uitgebreide collectie foto's van het Frontenpark en omgeving. Van muurhagedissen tot en met grote zwanen: dieren gedijen in het Frontenpark.